Poëziewedstrijd voor de Jeugd - 2012
In 2012 gingen we van start met onze eerste poëziewedstrijd voor de jeugd.
De prijsuitreiking was meteen het voorprogramma van onze "Poëziedag" en werd gekoppeld aan onze eerste editie van "Fun4Kids".
De prijsuitreiking was meteen het voorprogramma van onze "Poëziedag" en werd gekoppeld aan onze eerste editie van "Fun4Kids".
HET JURYVERSLAG:
Beste vrienden,
De derde oever heeft van poëzie haar speerpunt gemaakt!
Met ‘Samenspraak’, dat over een uurtje van start gaat, is onze vereniging aan de vijfde editie van ‘Landschapsdichter’ toe. Wie het literaire leven in ons taalgebied een beetje volgt, weet dat met Roland Jooris, Miriam Van hee, Roel Richelieu van Londerseele, Johan de Boose en - last but not least - Marc Tritsmans het kruim van onze dichters naar Schellebelle werd gehaald.
Misschien zijn we vooral gekend van ons Schellebelle-bier, de Dauwdruppel, de jaarlijkse projectie van een Vlaamse kwaliteitsfilm in open lucht; ons cultuurcafé. In het hart van de poëzie ligt het zwaartepunt.
********
Al die aspirant-dichtertjes, die dichtertjes-in-spe - met bewelmend mooie namen als: Laure, Yari, Ineken, Kobe, Liez’l, Lobke, Cleo, Silke (en ik vergeet er nog veel) - het was aandoenlijk ze te lezen. Ze hebben echt hun best gedaan! De jury stak dan ook met enige gêne de koppen bij elkaar, want er konden nauwelijks enkele winnaars zijn.
In de categorie 1ste en 2de studiejaar heerste Jentel Tant soeverein. Niet alle krachten hoefde hij aan te spreken; het was niet nodig diep te gaan. Met het gedicht ‘We fietsen naar de Schelde’ - voorzeker door ma of pa hier en daar wat bij gepolijst - sleept hij wellicht zijn eerste trofee binnen. Hij had - blijkbaar omdat bij zijn vriendjes de taalmicrobe nog niet was ontwaakt - niet de minste tegenstand.
Maar het klinkt daarom niet minder mooi - luister maar:
“We fietsen naar de Schelde.
Ik rij de helling naar het veer af.
Het bootje vertrekt naar de overkant.
Ik zie twee vissen vechten.
Half rood - half zilver.
De motor valt uit.
Er is een grote draaikolk.
De boot gaat erin.
Ik word meegezogen naar beneden.
Dan kom ik terug boven.
Mama roept mij: Jentel!
De boot is aan de overkant.”
******
In de tweede categorie - 3de en 4de studiejaar - fietste een kopgroepje van vijf naar de aankomst. Aanvankelijk gaven ze elkaar geen meter toe. Maar Cleo Pavoncelli haalde het met ‘De seizoenen van de natuur’ aan de meet. Lotte Verleyen en Evelien Baele mochten als zeer verdienstelijke verliezers, links en rechts van de winnaar, het podium op.
Het winnende gedicht gaat zo:
‘De seizoenen van de natuur
In de lente bloeien mooie bloemen,
in de zomer hoor je bijtjes zoemen.
In de herfst is het niet altijd mooi weer,
maar in de winter sneeuwt het misschien nog een keer.
In de natuur zijn er zoveel dingen om aan te denken.
De natuur is één van de mooiste geschenken.”
*********
Afscheiding in de laatste categorie - 5de en 6de studiejaar - kwam er pas in de laatste meters. Wat zeg ik: er kwam fotofinish aan te pas! Waarbij bleek dat Silke Beirnaert het haalde voor de beide, fel aandringende Jens De Cock en Emanuelle Eeckhoudt. De gedichten van Silke en Emanuelle zijn gedichten om te ‘zien’. Zij bezitten een kleurrijke, doorwrochte en in de beoordeling van de jury doorslaggevende grafische component. Om die reden lees ik het gedicht voor van Jens De Cock, die de jury, net als vele anderen, node zagen verliezen:
“De laatste bocht
‘s Morgens kijk ik uit het raam.
Weet je wat ik daar zie staan?
Een grote boom.
Wat is de natuur toch wonderschoon!
Je koopt vaak een boeket.
De prijs staat op ‘t etiket.
De natuur wordt mooi verzorgd.
Maar niet tot in de laatste bocht.
In die laatste bocht ligt afval.
Een schoen, een schep en een bal.
Want daar is de vuilnisberg.
En het stinkt daar heel erg.
Wie die stank kan tegenhouden,
krijgt misschien een medaille, een zilveren of gouden.
Doe een papiertje in de papierdoos.
Anders worden de dieren heel boos.
Gooi bij metaal een vijs.
Dan ben je pas wijs.
Zorg goed voor de natuur.
Evenveel als voor vriend of buur.
Ik zeg het nogmaals: hou de natuur rein.
Dat is het einde van mijn rijm.
Zo. Wij wensen alle deelnemers proficiat, dat ze de uitdaging zijn aangegaan en op die manier bijdroegen tot het succes van onze eerste poëziewedstrijd.
Mogen ze vroeg of laat beseffen dat gedichten eigenlijk niet worden geschreven om met elkaar in competitie te gaan. De voldoening zit hem in het schrijven zelf, in het vormgeven van voelen en denken.
Ik dank mijn mede-juryleden Lut De Poorter en bibliothecaris Toon Van de Walle.
Ik dank tenslotte KBC Bank en Verzekeringen voor de bereidwillige sponsering.
Hopelijk tot volgend jaar!
Achiel Janssens
Beste vrienden,
De derde oever heeft van poëzie haar speerpunt gemaakt!
Met ‘Samenspraak’, dat over een uurtje van start gaat, is onze vereniging aan de vijfde editie van ‘Landschapsdichter’ toe. Wie het literaire leven in ons taalgebied een beetje volgt, weet dat met Roland Jooris, Miriam Van hee, Roel Richelieu van Londerseele, Johan de Boose en - last but not least - Marc Tritsmans het kruim van onze dichters naar Schellebelle werd gehaald.
Misschien zijn we vooral gekend van ons Schellebelle-bier, de Dauwdruppel, de jaarlijkse projectie van een Vlaamse kwaliteitsfilm in open lucht; ons cultuurcafé. In het hart van de poëzie ligt het zwaartepunt.
********
Al die aspirant-dichtertjes, die dichtertjes-in-spe - met bewelmend mooie namen als: Laure, Yari, Ineken, Kobe, Liez’l, Lobke, Cleo, Silke (en ik vergeet er nog veel) - het was aandoenlijk ze te lezen. Ze hebben echt hun best gedaan! De jury stak dan ook met enige gêne de koppen bij elkaar, want er konden nauwelijks enkele winnaars zijn.
In de categorie 1ste en 2de studiejaar heerste Jentel Tant soeverein. Niet alle krachten hoefde hij aan te spreken; het was niet nodig diep te gaan. Met het gedicht ‘We fietsen naar de Schelde’ - voorzeker door ma of pa hier en daar wat bij gepolijst - sleept hij wellicht zijn eerste trofee binnen. Hij had - blijkbaar omdat bij zijn vriendjes de taalmicrobe nog niet was ontwaakt - niet de minste tegenstand.
Maar het klinkt daarom niet minder mooi - luister maar:
“We fietsen naar de Schelde.
Ik rij de helling naar het veer af.
Het bootje vertrekt naar de overkant.
Ik zie twee vissen vechten.
Half rood - half zilver.
De motor valt uit.
Er is een grote draaikolk.
De boot gaat erin.
Ik word meegezogen naar beneden.
Dan kom ik terug boven.
Mama roept mij: Jentel!
De boot is aan de overkant.”
******
In de tweede categorie - 3de en 4de studiejaar - fietste een kopgroepje van vijf naar de aankomst. Aanvankelijk gaven ze elkaar geen meter toe. Maar Cleo Pavoncelli haalde het met ‘De seizoenen van de natuur’ aan de meet. Lotte Verleyen en Evelien Baele mochten als zeer verdienstelijke verliezers, links en rechts van de winnaar, het podium op.
Het winnende gedicht gaat zo:
‘De seizoenen van de natuur
In de lente bloeien mooie bloemen,
in de zomer hoor je bijtjes zoemen.
In de herfst is het niet altijd mooi weer,
maar in de winter sneeuwt het misschien nog een keer.
In de natuur zijn er zoveel dingen om aan te denken.
De natuur is één van de mooiste geschenken.”
*********
Afscheiding in de laatste categorie - 5de en 6de studiejaar - kwam er pas in de laatste meters. Wat zeg ik: er kwam fotofinish aan te pas! Waarbij bleek dat Silke Beirnaert het haalde voor de beide, fel aandringende Jens De Cock en Emanuelle Eeckhoudt. De gedichten van Silke en Emanuelle zijn gedichten om te ‘zien’. Zij bezitten een kleurrijke, doorwrochte en in de beoordeling van de jury doorslaggevende grafische component. Om die reden lees ik het gedicht voor van Jens De Cock, die de jury, net als vele anderen, node zagen verliezen:
“De laatste bocht
‘s Morgens kijk ik uit het raam.
Weet je wat ik daar zie staan?
Een grote boom.
Wat is de natuur toch wonderschoon!
Je koopt vaak een boeket.
De prijs staat op ‘t etiket.
De natuur wordt mooi verzorgd.
Maar niet tot in de laatste bocht.
In die laatste bocht ligt afval.
Een schoen, een schep en een bal.
Want daar is de vuilnisberg.
En het stinkt daar heel erg.
Wie die stank kan tegenhouden,
krijgt misschien een medaille, een zilveren of gouden.
Doe een papiertje in de papierdoos.
Anders worden de dieren heel boos.
Gooi bij metaal een vijs.
Dan ben je pas wijs.
Zorg goed voor de natuur.
Evenveel als voor vriend of buur.
Ik zeg het nogmaals: hou de natuur rein.
Dat is het einde van mijn rijm.
Zo. Wij wensen alle deelnemers proficiat, dat ze de uitdaging zijn aangegaan en op die manier bijdroegen tot het succes van onze eerste poëziewedstrijd.
Mogen ze vroeg of laat beseffen dat gedichten eigenlijk niet worden geschreven om met elkaar in competitie te gaan. De voldoening zit hem in het schrijven zelf, in het vormgeven van voelen en denken.
Ik dank mijn mede-juryleden Lut De Poorter en bibliothecaris Toon Van de Walle.
Ik dank tenslotte KBC Bank en Verzekeringen voor de bereidwillige sponsering.
Hopelijk tot volgend jaar!
Achiel Janssens